Interviews

Voor de Kleurrijk Jezelf Zijn week zijn verschillende Hattemers geïnterviewd. Tijdens de interviews kwamen ontroerende, mooie, lastige en boeiende verhalen naar boven. Lees hier de verhalen.

Hattem the place to be

“Hattem is good place to be”, vertelt Cordelia Okoli terwijl ze de vakken bij de Albert Heijn in Hattem netjes vult met allerhande levensmiddelen. Wat de toekomst zal brengen is nog een groot vraagteken voor Cordelia en haar dertienjarige dochter. Wat wel duidelijk is dat ze zich veilig voelen in Hattem.

Foto van Cordelia

Cordelia komt oorspronkelijk uit Nigeria. Haar droom om arts te worden bleek lastig in haar vaderland. Vandaar dat ze vertrok naar de Oekraïne om medicijnen te studeren. Met het felbegeerde diploma op zak was Cordelia zich aan het oriënteren op een specialisatie toen de oorlog uitbrak. Met gevaar voor eigen leven werd samen met haar dochter ruim twee jaar geleden de tocht naar Nederland gemaakt. Inmiddels voelen moeder en dochter zich thuis in Hattem waar het vreedzaam en fijn wonen is. In het Engels geeft ze aan dat Hattem een kleine leuke stad is. “Het is fijn om te werken bij de Albert Heijn. Het is dichtbij huis. Mijn dochter is begonnen op school bij De Vlonder. Inmiddels zit ze in de tweede klas op het CCC in Zwolle. Ik ben erg trots op haar. In de toekomst wil ik graag mijn carrière als dokter weer voortzetten. Daarvoor moet ik eerst de taal goed leren. Dat gaat met vallen en opstaan. De Nederlandse taal is moeilijk. Mijn werk bij de Albert Heijn helpt mij goed om de taal onder de knie te krijgen. Of wij kunnen blijven in Hattem, dat is nog onzeker. Als het aan mij ligt blijf ik hier om een toekomst op te bouwen.”

 

 

Neema (8): “In Hattem zijn leuke dingen te doen”

Foto van Neema

Hattem is een fijne plaats om te wonen. Dat vertelt de achtjarige Neema terwijl ze samen met haar moeder en broertje een boodschap aan het doen is in het centrum. “Er zijn in Hattem allemaal leuke dingen om te doen. Ik vind het leuk op school en het bos is lekker dichtbij. Omdat het hier veilig is, mag ik bijna overal zelf naar toe fietsen zoals naar de bieb, muziekles, turnen en de winkel.”

 

 

Terrence Ip: “Hattem is mijn thuis”

Foto van Terrence

Gasten voelen zich thuis bij Chinees specialiteitenrestaurant Kota Radja. Dat gevoel van thuiskomen, heeft horecaondernemer Terrence Ip (46) iedere dag wanneer hij de langs IJssel richting Hattem rijdt. “Ook al woon ik in Zwolle, het leven speelt zich voornamelijk af in Hattem zoals sport, werk en de school van de kinderen. Hattem is mijn thuis, de plaats waar ik ben opgegroeid en ondernemer mag zijn. Ik ervaar hier een fijn ondernemersklimaat met korte lijntjes. Wij willen de gasten voorzien van een mooie avond met kwalitatief goed eten en een gastvrij ontvangst. Gasten voelen zich thuis bij Kota Radja. Dat is ook wat we uit willen stralen. Iedereen is welkom!”

 

 

Marnix en Erwin staan voor een inclusief Hattem

Marnix Jansen-de Weerd en Erwin Kwakkel zijn beiden actief binnen diverse commissies. Marnix namens de VVD en Erwin (tevens raadslid) namens D66. Beiden staan voor diversiteit. Voor een stad die geen onderscheid maakt op basis van kleur, geloof, seksuele voorkeur of een beperking. Een stad waar iedereen gelijk is en met open armen wordt ontvangen. Wat begon met een ingekomen stuk op de gemeentelijke agenda wordt inmiddels breed gedragen.

Foto van Marnix Foto van Erwin

“In het stuk viel het ons op dat er op de Noord-Veluwe nog heel wat stappen zijn te zetten”, vertelt Erwin. “ Zeker wanneer het om acceptatie gaat. Blijkbaar hadden we allebei dezelfde vragen. We zijn in gesprek gegaan met de wethouder, Koen Castelein, en een gemeenteambtenaar. Vervolgens haakte de raad en het College van Burgemeester en Wethouders aan.” “Wij hebben vooral aandacht gevraagd voor de LHBTIQA+ doelgroep: lesbisch, homoseksueel, biseksueel, transgender, intersekse, queer, aseksueel en overig niet specifiek genoemd”, vervolgt Marnix.  “In gesprekken met de doelgroep en betrokkenen bleek al vrij snel dat er ook in Hattem nog veel te winnen is. Vaak gaat het om kleine dingen van grote betekenis. Denk aan het uithangen van de regenboogvlag, het symbool van acceptatie. We leven in een land waarin we graag mensen in hokjes plaatsen. Bewust of onbewust veroordelen we bepaalde groepen in de samenleving. Ik vind oprecht dat iedereen zichzelf kan en mag zijn. Altijd en overal. Het maakt niet uit hoe je eruit ziet, wat je bent, wat je voelt, wat voor geloof je aanhangt of waar je op valt. Daar willen wij ons, ook vanuit de politiek voor inzetten. “

Marnix: “Ik ben open opgevoed. Als ik ooit kinderen krijg dan is dat ook wat ik ze mee wil geven. Een opvoeding met oog, hart en begrip voor anderen. Niet iedereen denkt echter zo. Ik hoop dat het een kwestie van tijd is. Het is tijd om het beeld, wat landelijk speelt, te doorbreken.”

Marnix en Erwin stonden samen aan de vooravond van de komst van de expositie ‘Over Geloof & Liefde’ in het gemeentehuis. Een idee dat actief door de gemeente werd opgepakt. Een bijzondere tentoonstelling rond diversiteit, veelkleurigheid, geloof en homoseksualiteit, Een uitnodiging om in gesprek te gaan.”

Erwin: “De eerste stap in bewustwording. Evenals het drinken van een kop koffie of het

schudden van een hand. Geïnteresseerd zijn in de ander en oprecht luisteren is de tweede. ‘Homo’ is nog steeds een scheldwoord aan de zijlijn. Dat kan niet. Nooit! Ook het feit dat mensen zogenaamd uit de kast moeten komen, omdat ze op mannen of vrouwen vallen, of op beiden, past niet in een samenleving waarin iedereen gelijk is. Dat is waar alles mee begint. Iedereen kan en mag zichzelf te zijn. Dat is zelfs in de grondwet vastgelegd. In de praktijk is het anders. Vandaar de aandacht. Niet alleen deze week, maar hopelijk iedere dag. Tot de dag dat het vanzelfsprekend is.”

Samen met de gemeenteraad en het College van Wethouders blijven Marnix en Erwin zich volop inzetten voor een divers Hattem. Niet alleen tijdens de ‘Kleurrijk jezelf zijn’ week maar elke dag. “Meer bewustwording creëren we alleen door in gesprek te blijven en door niet de verschillen, maar de overeenkomsten te benadrukken. Geef elkaar de ruimte, accepteer de ander onvoorwaardelijk en omarm wat op je pad komt. Samen maken we de wereld mooier en inclusiever. Als gemeente, maar bovenal als inwoners.”

 

 

Gerben Eilander:  “Zelf je eigen geluk vinden”

“Hattem is een stadje dat zoveel te bieden heeft”, vertelt Gerben Eilander. Als oudste zoon in een gezin van drie zonen en een dochter groeide hij met gemengde gevoelens op in het Hanzestadje. Lange tijd voelde hij zich anders dan anderen, niet geaccepteerd om wie hij is en graag wil zijn.

Foto van Gerben Foto van Gerben als Carry Sleehak

Vleugels

“Het werd tijd om de vleugels uit te spreiden en te leren om mijn eigen boontjes te doppen. In Hattem blijven betekende op anderen blijven leunen.”

Na 12 jaar gewoond te hebben in Amsterdam en met een bak aan levenservaring rijker kwam de heimwee naar Hattem. Het verlangen naar meer rust in het leven, dichter bij familie zijn.

“De laatste jaren in het drukke Amsterdam merkte ik dat ik overal achteraan hobbelde. Ik ontdekte dat ik zelf mijn eigen geluk moest vinden. In Hattem kan ik zelf meer het ritme van het leven bepalen, rust vinden. In Amsterdam was er altijd de onrust omdat er altijd wel iets te doen is. Dan komt ook het gevoel dat je ook iets moet doen. Je kunt altijd wel de hort op zijn, maar het geluk zul je echt in jezelf moeten vinden. Dat is voor mij makkelijker in een rustiger omgeving. Dan geef je jezelf ook makkelijker over aan de rust.”

Rust

Inmiddels woont Gerben ruim een jaar weer in Hattem. En dat bevalt goed. “Op het moment dat ik de reuring op wil zoeken, kan dat. Het is veel lastiger om vanuit de reuring de rust op te zoeken. Hattem biedt rust in de hectiek naast de dagelijkse werkzaamheden. Het geluk dat ik eerst niet in Hattem kon vinden, heb ik nu wel gevonden. De stad en de omgeving hebben zoveel te bieden.”

Dat Gerben zich thuis voelt in Hattem heeft ook alles te maken met de veranderde mentaliteit van de Hattemers. Niet alleen hijzelf, maar ook in Hattem bleek er veel veranderd. In Amsterdam kwam ook zijn creatieve kant naar boven, zijn voorliefde voor zingen en theater. Zijn optredens als drag Queen Carry Sleehak oogsten altijd veel lof. Op 2 november zal Gerben zijn kunsten vertonen als Carry Sleehak met een liedjesprogramma tijdens Heisa in Hattem. 

Spannend

Of het spannend is om op te treden in Hattem als Carry antwoordt Gerben bevestigend. “Voor een deel van het publiek zou het misschien wel de eerste keer kunnen zijn dat ze überhaupt een drag Queen zien. Maar ik verwacht vooral dat er mensen komen die nieuwsgierig zijn en mijn verhaal willen horen. Want uiteindelijk is Carry's verhaal mijn verhaal. Hier en daar misschien wat aangedikt of opgeleukt of gedramatiseerd, maar in de kern altijd mijn eigen verhaal.”

Gerben geniet er altijd enorm van om in de huid van zijn  alter ego te kruipen. ”Ik zou daar in mijn geval ook als een vuilnisman of een stadsomroeper kunnen staan, maar die karakters liggen veel verder van mij af. Het omkleden of transformeren van Gerben naar Carry voelt nog altijd als de verkleedpartijtjes bij oma, met haar regenkapje op en haar hakken aan. Ik mag dan weer een beetje kind zijn. Maar er zit een diepere laag onder. Vanuit mijn alter ego kan ik vaak net even op een andere manier reageren op mensen en situaties. Ik kan dingen benoemen die ik als Gerben voor me houd. Ik kom met grappen weg die ik als mezelf niet snel zal maken. Eigenlijk laat ik via Carry een deel van mezelf zien dat ik normaal gesproken wat meer verborgen houdt. In zekere zin is Carry ook een vorm van therapie, zou je kunnen zeggen. En ik denk dat Carry meer publiek trekt dan Gerben, waardoor ik mijn verhaal met meer mensen kan delen.”

Ontwikkeling

Als eerste gemeente op Noord-Veluwe maakte het Hanzestadje een statement door in 2019 de regenboogvlag te hijsen. Dit was voor Gerben een teken dat er in Hattem echt wat was veranderd. Vol trots mocht Gerben deze vlag vorig jaar tijdens Coming out day zelf ophangen bij het gemeentehuis.

“Vroeger had ik in Hattem - dat toch meer het karakter heeft van: “Doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg” - het gevoel dat ik er alleen voor stond, omdat ik dacht dat ik de enige was die anders was. Door de jaren heen is er in Hattem veel meer ruimte ontstaan voor individuele ontwikkeling en ruimte om niet alleen maar binnen de lijntjes te kleuren en de gebaande paden te bewandelen. Dat maakte voor mij de drempel een stuk lager om terug te keren naar Hattem. En wellicht is die ruimte er altijd wel geweest, maar die ruimte moest ik ook in mezelf zien te vinden. Ik ben met open armen ontvangen. Ik voel mij thuis in Hattem op een nieuwe manier. Ik voel dat ik mag zijn wie ik ben. Ik ben niet terug gegaan naar wat ooit was. Dat bestaat niet meer. Dat is de grote winst van de afgelopen jaren. Dat ik een grote jongen kon worden en mezelf mocht ontwikkelen, maar ook dat de omgeving in Hattem een stukje opener en coulanter is geworden.

Samen

Gerben is dan ook blij dat in Hattem de Kleurrijk jezelf zijn week wordt georganiseerd. “Ik  zie in zijn algemeenheid dat in Nederland de tolerantie van minderheden op allerlei vlakken onder druk staat. Zichtbaarheid is dan het allerbelangrijkste. Wij gaan niet meer terug de kast in of terug naar land waar we vandaan komen. Wij hebben met elkaar te maken. Ik zie het meer als verrijking dat je opener en zichtbaarder bent. We kunnen samen zoveel leren van elkaar.”

 

 

“Om dat uit volle borst te kunnen zingen. Daar moet je Hattemer voor zijn”

Opa Herman (89) en kleinzoon Herman (27) Mensink hebben één groot ding gemeen. Ze zijn er trots op om een Hattemer te zijn. “Een stad met een rijk verleden en een mooie toekomst.”

Foto van Herman jr. en Herman sr.

Ervaring

Beiden groeiden op in Hattem, maar in een andere tijd en met verschillende ervaringen. De wieg van opa Herman stond in 1935 aan de Dorpsweg. Als tweede zoon in het warme nest van Marinus en Berendje Mensink had hij een mooie jeugd. Het gezin woonde eerst in het Rode Dorp en verkaste later richting de Werfkamp. “De vrijheid die wij toen hadden als jongelui was fantastisch. Samen met een groep jongelui gingen we vaak het bos in om kattenkwaad uit te halen. De slagboom bij Molecaten was ons verzamelpunt. Er was vanaf de Werfkamp een klein Slingerpaadje tot aan de Eijerdijk. De grote eikenbomen staat er nog.”

In het huidige huis van de familie Mensink, onder de rook van de oude IJsselbrug, worden volop herinneringen aan vroeger opgehaald.

Schooltijd

Over de schitterende schooltijd aan de Openbare school aan de Dorpsweg waar meester van Aalderen een groot liefhebber van zingen was. “Ik ken deze versjes nog allemaal. Mijn jeugdtijd in Hattem was fantastisch. We speelden altijd buiten met een grote groep. Op een wegje waar later de Hogenkamp is aangelegd, stond een grote steen op de hoek. Vanaf daar gingen we al hoepelend richting de Hessenweg en rennend weer terug.”

Het leven in de Tweede Wereldoorlog was een spannende tijd in Hattem. De ligging van Hattem aan de IJssel had bij het uitbreken van de oorlog gevolgen voor de inwoners. De IJssel- en kanaalbruggen werden opgeblazen. Alle Hattemers moesten daarom geëvacueerd worden. De helft ging naar Wezep en de andere helft naar Heerde. Het gezin Mensink vond tijdelijk onderdak in Heerde. “In oorlogstijd waren er periodes dat er geen school was. Zo kregen we les in het voormalig gymnastieklokaal in de Franse School. Wanneer het luchtalarm afging doken we snel onder de schoolbanken.”

Herman trouwt 65 jaar geleden met Rieka Bultman. Samen kregen ze 4 kinderen, 20 kleinkinderen en 13 achterkleinkinderen.

Veranderingen

Door de jaren heen maakte hij deel uit van het rijke verenigingsleven dat Hattem biedt. Vele jaren werd er muziek gemaakt bij Ons Genoegen en gezongen bij mannenkoor DEV. “Er is veel veranderd door de jaren heen. Markante panden zijn gesloopt of in originele staat teruggebracht. Hattem is enorm uitgebreid. Voor Hattem is dit goed om de voorzieningen op peil te houden. Iedereen kende elkaar vroeger. In Hattem hadden veel mensen een scheldnaam.”

Waar zijn opa een grote vrijheid ervoer, voelde dat voor zijn kleinzoon anders terwijl hij opgroeide in het Hanzestadje aan de IJssel.

Waar de jeugd van grootvader een bloeitijd was, bleek dit voor Herman andere koek. Een zachtaardige jongen, met veel meiden als vriendinnen, die zich buitengesloten voelde, gepest werd tijdens een zoektocht naar wie hij is in deze wereld. Het feit dat in Hattem iedereen elkaar kent, werkte daarbij juist averechts. Dit alles heeft een grote impact gehad. “Al waren er ook mooie tijden tijdens het opgroeien in Hattem”, aldus Herman junior.

Terwijl Herman, net als vroeger, op het krukje bij zijn opa zit, vertelt deze hoe knap hij het vond toen Herman in de kerk vertelde wie en hoe hij is. “Wat anders zijn en pesten met je kan doen. Dat was voor die tijd een hele openbaring. Ik vind het lastig dat anderen niet kunnen verkroppen dat iemand anders is. Hoe de wereld daar mee omgaat. Dat maakt voor mij geen verschil. Ik hou van mijn kleinzoon zoals hij is.”

Regenboog

En toeval bestaat niet…terwijl Herman senior dit vertelt, verschijnt op de achtergrond een prachtige regenboog boven de IJssel. ‘Een boog in de wolken als teken van trouw. Staat boven jouw leven, zegt Ik ben bij jou’, zijn de woorden die daarbij opkomen.

Herman heeft met hard werken zijn leven weer op de rit en is werkzaam als verzorgende in het Zonnehuis. “Ik ben sterker geworden. Ik sta voor wie ik ben. Ik ben wie ik ben.”

Als tip aan jongeren die in hetzelfde schuitje zitten, zou Herman willen meegeven: “Zoek de mensen bij wie je jezelf kunt zijn. Als mensen je niet accepteren zoals je bent, zijn deze mensen je niet waard.”

“Waardeer elkaar. Heb een ander lief zoals jezelf. Zoek niet naar de verschillen maar naar de overeenkomsten”, vult opa deze wijze raad aan.

De zoektocht van Herman is ten einde. “Herman dat ben ik. Een lieve jongen, zelfstandig en zorgzaam.” Trots dat juist hij dit jaar de coming out vlag mag hijsen vanaf het bordes van het stadhuis. “Een mooi symbool dat duidelijk maakt hoe je je voelt, met als boodschap dat iedereen, ongeacht kleur of voorkeur, gelijk is en moet kunnen meedoen in de maatschappij.”

 

 

Denis: “Ik voel me een echte Hattemer.”

Denis Jolwa voelt zich thuis in Nederland. Samen met Talitha en hun kinderen Neema, Elon en Nuru woont Denis inmiddels 7 jaar in Hattem. Een grote stap vanuit Tanzania, waar het leven van tijd tot tijd tot rust komt. Een land met andere normen en waarden, andere inzichten en een andere manier van leven. Een verhaal over Nederlander worden en zijn, over discriminatie, maar bovenal thuiskomen.

Foto van Denis Jolwa

In juli 2017 zette Denis voor het eerst voet op Nederlandse bodem. “Letterlijk alles was nieuw voor mij. Een stofzuiger, een magnetron, ik vond het wonderlijke apparaten. Dat buizen de huizen verwarmden vond ik oprecht bijzonder. Met recht een cultuurschok. Mensen wonen anders, praten over andere dingen, vragen naar je privéleven en vinden veel. Heel veel, vooral van anderen. Oordelen doen mensen overal. Ook in Tanzania. Als je zelf het mikpunt wordt van discriminatie raakt dat je aan alle kanten.”

Bij zijn eerste baan in Zwolle hoort Denis hoe sommige collega’s over hem praten. Veelal in flarden, de taal is Denis nog niet machtig. Geluiden en bewegingen komen keihard binnen. “Waarom? Omdat ik een andere huidskleur heb?” Het gaat verder. Niet naar binnen mogen in Zwolse cafés en Zwolse fietsenmakers die je niet willen helpen bij een lekke band.

“Eenmaal in Hattem kreeg ik drie keer hulp aangeboden. Het zegt iets over de stad en de gastvrijheid. Toch merk ik ook in Hattem wel eens een vleugje discriminatie. Ik heb besloten mij er niet aan te storen. Om er geen tijd en energie aan te verspillen, al raakt het mij natuurlijk wel.”

Het was Talitha die een advertentie van eL-Tec in de krant las: ‘Statushouders gezocht met gevoel voor techniek.’  Denis is geen statushouder, hij heeft een verblijfsvergunning, maar besloot toch te solliciteren. “Binnen één uur was ik aangenomen. Ik werk er met veel plezier en krijg hulp bij het leren van de Nederlandse taal en technische woorden. Ik leer enorm veel door gesprekken met geweldige collega’s en binnen het team. Echt mijn plek. Ook de muziek van Tukker FM helpt mij bij het leren van de Nederlandse taal. Volgend jaar ga ik naar de Billy Goat. Ik kan niet wachten.” Met een heerlijke lach toont Denis de playlist in zijn telefoon vol Hollandse hits. Hits die hij woord voor woord mee kan zingen.

“In de dagelijkse omgang merk ik dat mensen voorzichtig zijn om iemand te kwetsen. Bang dat bepaalde woorden als discriminerend worden opgevat. Niet alles is echter discriminatie of wordt discriminerend bedoeld. Het gaat om bewustzijn en respect voor elkaar.

“Ik heb het in Hattem echt getroffen. De mensen gaan hier volstrekt anders met elkaar om dan in de grote stad. Toch wordt er ook hier gediscrimineerd op basis van huidskleur. Wat dat betreft zijn er ook in Hattem stappen te zetten. Ik voel me een echte Hattemer. Niet anders dan iedereen. Laten we iedereen een gevoel van ‘thuiskomen’ gunnen. Thuis in een stad waar je je welkom voelt. Net als ik.”

Denis: “Laten we iedereen een gevoel van thuiskomen gunnen.”

 

 

Grenzen vallen weg in Nederlands Bakkerijmuseum

Foto van Zubeyde en Martijn in het bakkerijmuseum

Traditie

Zij aan zij werken Zübeyde Örs en Martijn Rodenburg in het kleine bakkerijtje van het Nederlands Bakkerijmuseum. Het water loopt je in de mond bij het zien van het verse brood dat vakkundig wordt uitgerold op de werkbladen. Helemaal wanneer de heerlijkste geuren je tegemoet komen uit de ovens van het museum. Eén keer in de week wordt er een nachtje doorgebuffeld door de bakkers van het Bakkerijmuseum om Hattemers en andere fijnproevers te voorzien van ambachtelijk brood. Op vrijdag worden de voorbereidingen getroffen, voordat de bakkers Fred en Martijn in de late uurtjes en vroege ochtend aan de slag gaan. Ondertussen gaat het werk en de museumvoorstellingen gewoon door. De hulp van Zübeyde is bij het bakken van groot belang.

Het wekelijkse bakken van versgebakken brood is ontstaan om in coronatijd het museum door extra inkomsten in stand te houden. Inmiddels een succesvolle traditie die in de smaak valt bij veel Hattemers. Iedere zaterdag gaat om 7.15 uur de deur van het bakwinkeltje van het slot en liggen de rekken vol versgebakken brood uit eigen bakkerij. Binnen no-time vliegen deze als warme broodjes over de toonbank.

Integratie

Zübeyde woont bijna twee jaar in Hattem. Samen met haar man Yakup en twee kinderen van 14 en 11 jaar moesten zij vanwege politieke omstandigheden uit Turkije vluchten. Alles wat vertrouwd was achter moeten laten en een nieuwe toekomst opbouwen in Nederland.

“Ik hou van Hattem”, vertelt Zübeyde terwijl ze ondertussen de laatste hand legt aan een bakplaat met koekjes voordat deze de oven in gaat. “Het is een kleine rustige stad met aardige mensen.”

De tegenstelling met haar geboortestad Istanbul had niet groter kunnen zijn. Zübeyde merkt dat ze in Hattem wordt geaccepteerd zoals ze is. Het feit dat ze een hoofddoek draagt, wordt door haar medestadsbewoners niet als vreemd gezien, zo ervaart ze in het dagelijkse leven. Het gezin Örs is gelukkig in Hattem en werkt er hard aan om een nieuw bestaan op te bouwen. Dat doen zij met de hulp van VluchtelingenContact Hattem (VCH).

Passie

Met een passie voor bakken stapte ze samen haar maatschappelijke begeleiders van VCH binnen bij het Bakkerijmuseum of ze vrijwilligerswerk mocht komen doen. Om haar integratie te bevorderen en omdat ze zelf een uitstekende bakster is.

“Het Bakkerijmuseum is een leuke en nostalgische plaats om te bakken. Ik ben blij dat ik hier aan de slag kan op de vrijdag. Ik werk hier samen met leuke collega’s en merk dat mijn Nederlandse taal met sprongen vooruit gaat”, aldus een enthousiaste Zübeyde.

Bakker Martijn geeft aan erg blij te zijn met de hulp van zijn Turkse collega. “Het is knap dat ze, ondanks dat ze geen bakkersachtergrond heeft, in het half jaar dat ze hier nu werkt al zelfstandig meedraait. Zübeyde neemt ons werk uit handen zodat wij tijd over hebben voor andere werkzaamheden. We praten, op haar verzoek, alléén Nederlands met elkaar. Ik blijf me verbazen hoe snel ze zich onze taal eigen maakt. Zij leert van ons, maar wij leren ook van haar terwijl we elkaar kennis laten maken met banket uit onze verschillende culturen.”

Toekomst

Zo krijgt in de kleine bakkerij van het Nederlands Bakkerijmuseum een koud, abstract actueel thema een warm menselijk gezicht. Samen bakken en samen praten opent wederzijds de ogen. “Je doet wat voor elkaar en krijgt er ook veel voor terug”, aldus directeur Fred Voskuil van het Bakkerijmuseum.

De toekomst in Hattem ziet Zübeyde vol vertrouwen tegemoet. Haar streven is om de Nederlandse taal goed te leren spreken. Dan hoopt ze aan het werk te kunnen in haar oude vakgebied op het gebied van economie of bij een overheidsinstantie.

 

 

Liefde staat aan de basis van inclusiviteit

De stap die Joëll Brink zette in een overvolle kerk verdient respect. Vreemd eigenlijk in een land waar iedereen zichzelf moet kunnen zijn. Wie anders is of niet voldoet aan het algemene beeld moet verantwoording afleggen, terwijl we uiteindelijk allemaal mens zijn. Joëll koos voor de meest kwetsbare weg. Een weg die hem tegen alle verwachtingen in goeds en liefde bracht. Hoe moeilijk de eerste stap ook leek.

Foto van Joƫll en Almatine

“Natuurlijk krijg ik te maken met negatieve reacties van mensen die het niet begrijpen”, vertelt Joëll. “Het is hoe je er zelf in staat. Gelukkig zijn de meeste reacties positief. Ik mag zijn wie ik ben en dat voelt goed.” Als transgender maakte Joëll de keus om van geslacht te veranderen. “Daarnaast ben ik biseksueel. Ik val dus op zowel mannen als vrouwen. Het heeft jarenlang mijn leven beheerst. Ik voelde me een vreemdeling in mijn eigen lichaam en kampte met een jarenlange depressie. Het waarom begreep ik niet. Toen ik een jongen ontmoette die ook transgender was kwam het heel dichtbij. Alsof ik mezelf vond. De dag dat ik het mijn ouders vertelde, in 2019, was spannend. Ik kende genoeg verhalen van mensen om mij heen waarvan de omgeving het niet begreep, of de moeite wilde nemen om het te begrijpen. Het concept man en vrouw past niet bij mij. Evenals het lichaam waar ik in geboren ben. Een nieuwe naam, in transitie gaan, het zijn allemaal stappen die mij dichter bij wie ik ben hebben gebracht. Eindelijk kan en mag ik mezelf zijn. Vol zelfvertrouwen.”

Almatine Leene luistert aandachtig. Als predikant van de Open Poort, de gemeente waar Joëll nog altijd lid van is, staat ze voor een open kerk voor iedereen. “Vanuit de bijbel gezien vind ik diversiteit een geschenk. Het is iets wat God in de schepping heeft gelegd en wat ieder mens uniek maakt. Het maakt dat we er allemaal voor elkaar kunnen zijn. Als we allemaal op elkaar hadden geleken was het er niet leuker op geworden. Diversiteit mag je vieren. Tegelijkertijd is het ook ingewikkeld, want het maakt ook dat we elkaar niet altijd begrijpen. Dat zorgt voor wrijving. De weg om wel bij ‘het vieren’ uit te komen is de weg van elkaar leren kennen. De weg van kwetsbaarheid, eerlijkheid en openheid in gesprekken. Wij zijn geneigd om de ander op afstand te houden en te oordelen. Niet voor elkaar open staan maakt oordelen eenvoudiger. Dan hoef je niet lief te hebben en kun je de ander weg- of in een hokje stoppen.”

Ook Herman is lid van dezelfde kerk. “Ik val op mannen en draag graag make-up. Daar ben ik meer dan eens keihard mee geconfronteerd. Zowel op straat als tijdens mijn werk. Het is mooi om te horen hoe Joëll zijn verhaal deelt en staat voor wie hij is. Gesprekken zijn soms lastig, maar meer dan nodig. Oordelen en veroordelen is helaas nog altijd aan de orde van de dag.”

Almatine: “Zoek elkaar op en ga het gesprek aan. Zoek de verbinding: Ik wil je begrijpen en van je leren. Het is wederzijds. Echt contact vraagt om respect voor de ander. Oprecht geïnteresseerd zijn en zonder oordeel. Niet tegen over elkaar staan, maar naast elkaar.” Joëll en Herman knikken. Liefde staat niet enkel aan de basis van het geloof maar evengoed aan de basis van een gelijkwaardige inclusieve samenleving.

 

 

Marleen Sanderse ontmoet Anniek van ’t Holt

Het is een bijzondere ontmoeting. Tafeltennisser Anniek van ’t Holt en Burgemeester Marleen Sanderse. Beiden staan symbool voor topsport. Waar Marleen Sanderse in 2008 deelnam aan de Paralympics staat Anniek aan de vooravond van haar eerste spelen. Een verhaal over kansen en dromen. Over wilskracht en doorzetten. Gaan voor een stip op de horizon. Op school, op je werk, in de sport en in je zijn. Zijn wie je bent.

Foto Anniek van 't Holt  Foto Marleen Sanderse

Door de week is Anniek op Papendal. Het trainingscentrum van het NOC NSF, even buiten Arnhem. “Ik heb daar een eigen kamer en naast school is er alle ruimte om te trainen. Mijn doel is mijn spel en systeem te verbeteren en internationaal te spelen. Niet alleen tijdens de trainingen, maar ook tijdens workshops over mentale gezondheid en voeding. Het één kan niet zonder het ander. Tafeltennis is echt een mentale sport. Je moet leren omgaan met het verliezen. Niet blijven hangen, maar denken aan het volgende punt. Als ik niet scoor kan ik dat alleen mezelf verwijten.” Marleen knikt. “Wij zaten met vijf man in een bootje: vier roeiers en een stuurman. Ook wij hebben aandacht gehad voor het mentale aspect. Focus houden en samenwerken als team. De stuurman is degene die alles overziet. Als roeier voel je waar de andere boten zijn zonder ze te zien. Naast techniek gaat het bij alle sporten om mentale kracht en hoe je daar mee omgaat. Het lezen van de tegenstander.” Marleen is 48 lentes, Anniek 17. “Door vaker wedstrijden te spelen leer je jezelf steeds beter kennen. Ontdek je waar je zwaktes liggen en je sterke punten. Beiden zijn bepalend voor een goed evenwicht.

“Bij aangepast sporten speelt er nog iets anders. Het is niet voor 100% vanzelfsprekend. Er is minder aandacht voor sporters met een beperking terwijl ook die op hoog niveau presteren. Hetzelfde geldt voor vrouwen. Sport en beweging hoort bij ieders leven ongeacht wie of wat je bent. Mentaal is ook het accepteren van je beperking belangrijk. Hoe ga je er mee om zonder ongevraagd uitleg te moeten geven.” “Ik heb geleerd om er mee om te gaan” vervolgt Anniek. Vroeger had ik er meer last van. Mijn ouders waren fantastisch en in mijn omgeving accepteerde iedereen mij zoals ik ben. Op school had ik geen problemen met sporten. Dat is best iets van ‘geluk’. Ik realiseer me dat het niet vanzelfsprekend is en dat de wereld soms keihard oordeelt. Onterecht. Niemand is meer of minder. Op vakantie krijg ik vaak vragen over mijn beperking wat nooit went, omdat niemand graag apart behandeld wil worden. Soms kijk ik terug naar starende mensen om hen bewust te maken van hun gedrag.

Marleen: “Op scholen benadruk ik vrijheid en inclusiviteit zodat kinderen zichzelf mogen zijn; sociale media verhogen druk naar perfectie, maar zelf accepteer ik wie ik ben zonder andermans oordeel belangrijk te vinden. Inclusiviteit vraagt veerkracht van groepen zodat iedereen echt mee kan doen.

Dat je zijn mag wie je bent. Altijd en op ieder moment.” Samen spelen en sporten en bovenal leven. Een inclusieve samenleving. Een droom? Allesbehalve. Anniek, Marleen en alle andere mooie mensen in jouw en mijn omgeving zijn het levende bewijs. Het kan! Doe je mee?